‘Teken of schilder van binnen naar buiten’, zeg ik telkens wanneer mijn cursisten tijdens de tekenles eerst een omtrek willen vastleggen om deze vervolgens in te gaan vullen.
Als je eerst een omtrek vastlegt, wil je zeggen dat je bij voorbaat al weet dat je verhoudingen kloppen óf je waagt een gok.
Maar: als je het zeker wilt weten of dat wat je tekent in verhouding is, moet je zorgen dat je ZIET of het klopt.
Dat zien doe je niet door vooruit te denken, maar door te kijken. Daarvoor moet je een beetje lef hebben en fouten durven maken. Als je de fouten ziet, kun je ze namelijk veranderen en wordt je tekening steeds beter.
Teken daarbij van binnen naar buiten. Je begint bij de kern, daar waar jij het meeste houvast aan hebt. Vaak is dat het midden. Bij een portret pak ik altijd het punt tussen de ogen.
Dan ga je stap voor stap alles wat donker is neerzetten. Dat doe je nog niet in detail, want als het fout is, moet je dat toch weer uitgummen. Probeer wel meteen al goed op de verhoudingen tussen het licht en donker te letten.
- Begin dus bij je gekozen kern.
- Kijk naar licht en donker.
- Ga je tekening naar buiten (dus naar boven, naar onder, naar links en naar rechts) uitbouwen.
- Neem regelmatig afstand om te zien of het de goede kant uitgaat en corrigeer waar nodig.
- Gun jezelf de nodige tijd en je komt er!
Als je ziet dat er iets niet klopt, maar je weet niet hoe het te veranderen, benoem dan wát er niet klopt. Als je het kunt benoemen, kun je het ook veranderen. Zie je de foutjes niet? Dan kun je altijd vragen of er iemand met je meekijkt. - Als de verhoudingen kloppen, kun je de tekening zover tot in detail uitvoeren als je zelf wilt.
Veel plezier, Jofke